Archief

Schrijfkickstarters

Op deze pagina staan stukjes van mijn oude blog voorwoord. Ik plaatste ze daar tussen 2012 en 2017. Ze eindigen (bijna altijd) met drie onderwerpen of invalshoeken, de Schrijfkickstarters – aanzwengelideeën voor wie wil schrijven, maar niet weet waar te beginnen.


Mist   (21 september 2017)

Maandagochtend, de trein terug naar het zuiden. Het was mistig, het zonlicht diffuus. Hier en daar vonden de stralen toch ruimte om op het land te vallen zodat koeien, met hun hoeven in grote plassen water in de wei, afwisselend in helgroen gras en in een paarlemoeren waas stonden. De trein trok erlangs, wei en waas en koeien stonden stil. Alsof het beeld nooit zou veranderen. Als een schilderij.

Bij Rotterdam was de mist verdwenen. Spiegelende kantoorramen, metaal, roodbruine bakstenen, vuil beton met graffiti. De donkerte van een tunnel, vliegtuigstrepen tussen een paar wolken.

Er waren nogal wat tunnels nodig om uit de stad te komen. In een tunnel is niets te zien als je er met een sneltreinvaart doorheen raast. In de open ruimte wel. Een zwerm vogels boven een omgeploegde akker in de volle zon. Hoopjes pompoenen, bij elkaar gelegd op het land; van een afstand leken het vleestomaten. De eeuwig bewegingloze reiger langs de sloot.

Twee vrachtboten passeerden elkaar op het Hollands Diep, doorkliefden het water, trokken pijlvormige voren in tegengestelde richtingen. Zwanen schitterden wit tussen de blikkerende golven. De horizon was verdwenen in de mist, water en lucht vloeiden bijna onzichtbaar in elkaar over.


Zo veel manieren om in de problemen te komen   (29 juni 2017)

In mijn tuin zitten wijngaardslakken. Gisteren kropen ze (kruipen slakken? Ze sluipen, schuiven, glijden…) over de schutting, ik had daar veel overhangende klimop weggesnoeid. Het viel me op dat zo’n slak behoorlijk behendig is in het nemen van obstakels. Er was er een die op een stapeltje klinkers zat waar losse stenen en takken op lagen. Een hindernisbaan zou je denken, maar een eitje voor die slak, met huis op z’n rug en al.

Een groter exemplaar was ergens naar onderweg met een lifter op zijn rug. Op zijn huisje liep een mier heen en weer en af en toe leek hij eraf te willen, maar om de een of andere reden lukte dat niet. Telkens als hij bij de overgang van huisje naar slak kwam, ging hij terug. Hij bleef
op de slak zitten, zelfs als die misschien een andere kant op ging dan waar de mier naartoe wilde.

Zelf heb ik als middelbare scholier ook gelift. Ik herinner me een auto waarbij de vloer aan de passagierskant bezaaid lag met lege bierblikjes, ik kon mijn voeten amper kwijt. En een auto waar ik níet instapte omdat er een schroevendraaier of ander puntig voorwerp uitviel toen de bestuurder de deur voor me opende. Hij drong erg aan, maar ik ging niet mee.

Een vriend van me kreeg vaak een lift van Waterhoofd, van wie gezegd werd dat hij alleen jongens meenam en soms per ongeluk hun been aanraakte. Ik herinner me dat Waterhoofd een keer doorreed in plaats van te stoppen, waarop die vriend twee sinaasappels uit zijn tas haalde en achter de auto aan gooide.

De laatste keer dat ik naar school gelift ben is misschien geweest toen ik niet naar het eerste lesuur ging. Proefwerk wiskunde. De docent belde naar mijn ouders. Ze dachten allemaal dat ik niet op school was aangekomen. (Was ik wel, ik zat in de “kelder”, het souterrain, onze plek, waar geen leraar kwam.) Oplossing: ik kreeg voor de winter een busabonnement.

Mijn zoon is nu naar de kennismakingsmiddag op de middelbare school. Gelukkig wonen we er vlakbij. Net als zijn zus kan hij volgend jaar naar school kruipen, sluipen, schuiven of glijden, zo dichtbij is het.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over problemen die je onderweg kunt krijgen als je ergens naartoe gaat.
Schrijf over een “easy ride”: je verwachtte problemen, maar kreeg ze niet.
Schrijf over wat je wilde, maar niet kreeg, en of het je toch iets opleverde.

Schrijftip:
Schrijven is problemen creëren. Laat je personage iets willen en maak het hem of haar vervolgens zo moeilijk mogelijk om dat te krijgen. Werp obstakels op. Haal een streep door slimme plannetjes. Schoffel de held die denkt dat hij alles onder controle heeft flink onderuit. En steek vooral geen helpende hand uit, biedt géén oplossing. Geloof me, hij wordt er beter van als hij de problemen zelf onder ogen moet zien. In ieder geval wordt je verhaal er beter van.


Helikopter   (11 september 2016)

In het Spaanse plaatsje waar we een paar weken geleden op vakantie waren, zag ik tijdens een wandeling een felgekleurde libel. Ze scheerde over het water en langs rietstengels en landde toen op een verweerd houten paaltje. En vandaag landde een grote libel op de waslijn, hier thuis in de achtertuin. Als ik te dichtbij kwam steeg ze even op en vloog dan weer naar een ander stukje van de lijn. Zittend op die draad, die gespannen is tussen de keuken en de schuur, leek ze een beetje op Phillipe Petit*, alleen deed die het zonder vleugels.

Een libel lijkt op een helikopter. Dit jaar zagen we een paar keer de traumahelikopter landen bij het ziekenhuis. We waren er heel vaak, mijn kinderen en ik, maandenlang. Hun vader lag in het ziekenhuis, maar nu gelukkig niet meer.

We reisden met het vliegtuig naar Spanje. Voor mijn zoon was het de eerste keer. Voor mijn dochter de tweede keer, zij ging in april met school naar Polen. Haar broer en ik brachten haar naar het vliegveld in Eindhoven en ik deed de auto op de parkeerplaats dicht met de sleutel er nog in; het was een onrustige tijd.

In Spanje zagen we ’s nachts op het strand hoe de vliegtuigen een bocht maakten boven de bergen en dan achter elkaar over de kustlijn kwamen aanvliegen, het was heel mooi, die lichten over het golvende water waar de kinderen met hun blote benen in stonden, en het razende geluid dat de zee maakt, zelfs als ze er kalm uitziet.

* Op 7 augustus 1974 wandelde Philippe Petit over een koord tussen de Twin Towers. De twee hoogste torens van New York waren toen net gebouwd. Het is vandaag 15 jaar geleden dat de Twin Towers instortten door terroristische aanslagen met vliegtuigen.


Moerenburg   (11 april 2015)

Mijn zoon wilde naar de voetbaltraining, de extra training op vrijdag, dus ik bereidde alvast het avondeten voor. Ik nam het pakje hartige taartendeeg uit de vriezer. We waren na school nog even bij Albert Heijn naar binnen gegaan, ik had niet veel nodig want voor groente en fruit was ik ’s morgens al naar het Aardappelpakhuis geweest. Ik kocht bij AH op de gok een pot Kroatische groentesaus, heel dikke, van paprika, aubergine en pepers. Met het taartendeeg bedekte ik de bodem van een ovenschaal en daarop kwam gerookte zalmfilet, tomaten, de groentesaus en gebakken uienringen en daartussen legde ik zwarte olijven. Toen ik de lepel aflikte, proefde ik dat de saus flink pittig was, lekker. Als we weer thuis waren zou mijn zoon gaan douchen en dan kon het gerecht de oven in.

Ik hoorde gejuich vanaf het voetbalveld. De tafel waaraan ik zat te schrijven staat daar een paar honderd meter vandaan, in de splitsing van een stroompje. De voetbalclub ligt aan de rand van een mooi natuurgebied, Moerenburg. De stad lijkt er mijlenver weg. Middenin die beek, in de driehoek van de splitsing, ligt een eilandje: een paar vierkante meter land met één hoge, kale boom en begroeid met gras waartussen een waterhoentje scharrelde. Om me heen hoorde ik een aanhoudend geklepper, getjilp en gepiep, en in de verte auto’s over de snelweg, maar die kon ik niet zien van waar ik zat. Ik zag alleen drassige graslanden, weilanden met schapen en paarden, boerderijen, water, en rijen knoestige knotwilgen. Veel daarvan waren uitgehold, de ene helft van de stam vergaan, en in zo’n lege, vergane binnenkant hingen resten vermolmd hout tussen lobbige lappen spinnenweb. De knotwilg bij het bruggetje over de stroom leek zo dood als een pier. Maar aan de twijgen die aan de bast alle kanten uit sprongen, pronkten al weer frisse, groene blaadjes. Die boom is niet dood.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over een gok die je waagde.
Schrijf over de voorbereidingen die je trof.
Schrijf over iets dat zich op een splitsing bevindt.


Lucht en water (5 januari 2015)

Ik zat in de trein. Het grasland was drassig, wilde eenden en ganzen en twee zwanen snebbelden in de plassen. Er lagen een stuk of vijf schapen met mooie gekrulde horens. Het hockeyveld erachter was leeg, het fietspad nat. Hoe verder ik naar het zuiden reisde, hoe grijzer de plukken wolk die door de lucht joegen.

De avond ervoor ging ik naar Mr. Turner, de film over de schilder William Turner. De film begint met Hollandse luchten, een molen, een sloot, een dijk en twee vrouwen met witte mutsjes. De scènes daarna schetsen een beeld van de omgangsvormen van die tijd, halverwege de negentiende eeuw, en van Turners omgang met de mensen in zijn omgeving. Van zijn contacten met kopers en met collega’s bij de Koninklijke Academie. Van zijn horkerigheid in (sommige) relaties met vrouwen, en de verwaarlozing van zijn kinderen. De focus ligt vooral op Turners karakter, en dat wordt dik aangezet. In het begin van de film koopt Turners vader een varkenskop voor bij de maaltijd. Vader was vroeger barbier. Hij scheert de haren van de varkenssnuit en in de volgende scène scheert hij zijn zoon, die gedurende de hele film varkensgeluiden maakt; ik denk dat hij meer knort dan tekst uitspreekt. Ik had in de film graag meer gezien van zijn werk, de schilderijen en schetsen.

Dat bedacht ik in de trein, en toen ik naar buiten keek was het Hollands Diep weer mooi als altijd, en weer anders, het had zo veel tinten grijs dat ik ze niet in een getal kon vangen.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over omgangsvormen.
Schrijf over beeldvorming.
Schrijf over de lucht.


Vlanglijsje   (3 november 2014)

November: tijd voor verlanglijstjes. Alvast maar van iedereen want we zijn de komende tijd allemáál jarig. Alleen Sinterklaas opeens niet meer. Tot mijn surprise hoef ik het verhaal niet meer uit de doeken te doen. Zoals bij wel meer gevoelige onderwerpen kun je als ouder behoorlijk achter de feiten aanlopen.

– Ik weet het toch al.
– Oh… Wát weet je dan precies?

Nou ja, alles dus. Alleen wist ík dat dan weer niet.

Op mijn verlanglijstje staan kleine brooddeegdingetjes of andere kunstwerkjes die kunnen hangen. In het kleinste kamertje is al een permanente expositie ingericht van de knutselwerkjes die ik door de jaren heen van mijn kinderen gekregen heb. Ik heb alvast de kalender zo opgehangen dat er toch weer een stukje muur vrij is.

Mijn dochter was nog heel jong toen ze dit prachtige verlanglijstje maakte:

meekup, lipstift, naagollak, greetzgap, veren, grosgaatzu, ringne, taw, verev, zagtliefknufohontjen

(make-up, lippenstift, nagellak, gereedschap, veren, rolschaatsen, ringen, touw, verf, zacht lief knuffelhondje)

Schrijfkickstarters:
Schrijf over een geheim.
Schrijf over een verrassing.
Schrijf over je wensen en verlangens.


Toyotootje (3)   (20 oktober 2014)

Ach, mijn Toyotootje… Drie weken geleden heeft iemand weer geprobeerd om hem open te breken, om hem te stelen dus, want er valt niets uit te halen behalve een gele hes, een spons en een raamwisser. Het slot is er aan de passagierskant uitgeboord. Verder niks. Misschien ontdekte de dief dat er een slot om de versnellingpook lag en gaf hij het op. Dan werkt dat slot in ieder geval: ik heb het erin laten zetten nadat ik hem in de haven van Antwerpen had opgehaald, dat was na de vorige, geslaagde poging tot diefstal. Nu kan de passagiersdeur niet meer van buiten geopend worden, alleen van binnenuit. Ik laat het maar zo.

Op dinsdagavond moet ik naar Oisterwijk. Ik manoeuvreer heen en weer om mijn autootje tussen de andere auto’s uit te krijgen. Achter me staat een grotere auto behoorlijk dichtbij, en vlak voor me staat een hele grote auto op de stoep, op het kleine stukje stoep bij de poort, waar je met je fiets in en uit kan en waar je je container klaar kan zetten voor de vuilnismannen, tenminste als die auto er niet staat. Maar die moet blijkbaar daar staan, op die tweeënhalve meter stoep, en niet gewoon op de parkeerstrook ervoor of erachter of aan de overkant, aan beide kanten kan geparkeerd worden over de hele lengte van de straat.

Die auto kan niet naar voren rijden om eruit te komen, want daar staat een lantaarnpaal, dus hij moet wel achteruit. En daar staat regelmatig mijn autootje. Enkele maanden geleden zag ik opeens een flinke deuk middenin mijn nummerbord. Zeg maar ter hoogte van de trekhaak van die auto die op de stoep staat en alleen achteruit eruit kan rijden.

Ik beweeg op sluipsnelheid heen en weer tot ik eruit ben, en keer in de straat om in de andere richting weg te rijden. Ik kom niet ver, want een vrouw komt briesend uit een huis op me af en nu zie ik ook haar buurman voor zijn deur tjongejonge hoofdschudden.
− Nou doedde ut weer!
Ik draai mijn raampje open en vraag wat er aan de hand is.
− Ge doet ut weer! Gij rijdt tegen mijn auto aan! Ik zag um op en neer gaan!
− Nee toch? zeg ik oprecht verbaasd. (Als ik een auto geraakt had, had ik het gevoeld, denk ik met enige twijfel erachteraan. Ik zag ook niks op en neer gaan in mijn achteruitkijkspiegel. En zo bedenk ik nog een paar dingen.)
− Ja, das nou de zovveulste keer. Dè doedde altij!
− Ik heb er echt niks van gemerkt, maar ik kom even kijken, zeg ik (Altijd? Nee toch? denk ik), en ik rijd achteruit tot haar auto. Dat is blijkbaar overbodig, want ze heeft helemaal niet de neiging om haar auto te inspecteren op schade. Ik begin te vermoeden dat het probleem meer in de persoonlijke sfeer ligt; heeft ze niets tegen mij, dan toch op z’n minst tegen mijn autootje. Ze blijft met een woeste blik in haar ogen haar grieven door mijn geopende raampje naar binnen spugen.
− Wij zijn zuinig op onze auto! (Zie je wel: ze moet mijn oude Toyotootje niet!)
− U hoeft niet op zo’n toon tegen mij te praten, zeg ik. Ik heb naar u geluisterd en ik heb naar uw auto gekeken. Wat wilt u nou van mij?
− Gij moet fatsoenlijk parkeren!
(Parkeren? Ik hoor in gedachten mijn zoon zuchten als ik nog drie keer op en neer steek om hem echt netjes naast de stoeprand te zetten, al valt mijn auto in de breedte in het niet bij al die andere auto’s.)
Ik draai mijn raampje omhoog en rijd weg.

Een paar dagen later is mijn nummerbord zo verkreukeld dat ik me afvraag of het volgens de wet nog wel voldoende leesbaar is. (Het is jammer dat ik niet te hard rijd, want dan zouden ze me niet kunnen traceren als ik geflitst wordt. Of zou ik daarvoor eerst een paar keer achteruit tegen die trekhaak moeten gaan, zodat ook dat nummerbord in een deuk ligt?)

Schrijfkickstarters:
Schrijf in een dialect (bij voorkeur als je er beter in bent dan ik).
Schrijf over mijn en dijn.
Schrijf over je buurt.


De reünie   (21 september 2014)

Gisteren waren mijn neef en nicht op bezoek in Den Haag. T. leidde ons door de stad en vertelde over de geschiedenis van plekken en gebouwen. Dat deed hij ook een maand geleden toen zíjn neven en nichten op bezoek waren. De gelegenheid was toen de honderdste geboortedag van zijn vader; een nieuwe traditie die door die familie in het leven is geroepen: als iemands vader of moeder uit die tak van de familie honderd jaar zou zijn geworden, komen de neven en nichten bij elkaar voor een reünie.

Ik zag een keer op televisie dat twee broers elkaar na heel lange tijd voor het eerst weer zagen, zestig jaar had ertussen gezeten. Zij behoorden tot de weinige mensen die door de Noord-Koreaanse regering geselecteerd waren om hun familie uit Zuid-Korea te mogen ontmoeten. Het was heel treurig, na een paar dagen moesten ze weer afscheid nemen en ze wisten dat het de laatste keer was.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over een fictieve groep mensen die elkaar na jaren weer zien op een reünie.
Schrijf over een zelfverzonnen gebeurtenis die ooit op een bestaande plek gebeurde.
Schrijf vanuit het perspectief van iemand die honderd jaar is.


de steen op de zucht van de hond   (5 september 2014)

Gisteren overleed op 91-jarige leeftijd de dichter Gerrit Kouwenaar.
Bekijk dit filmpje waarin hij zelf het gedicht ‘in de boomgaard’ voorleest.

Je kunt het nog eens beluisteren, en nog eens. Je hoort en ziet steeds meer. De krekels en de roepende uil die meedoen. De hoorbare ademhaling van Kouwenaar.

Ik moet erbij denken aan schilderijen van Chagall. En aan een hond die op een steen leek, hij lag op een erf in Serinyà, Spanje.


Boe, of de stilte van stoplichten   (17 augustus 2014)

Het was niet druk in het Haagse Bos. Het groepje mensen dat met een camera op een statief een spel deed, was vertrokken. Misschien was het een rollenspel, maar ook iets met aanvallende en afweerbewegingen.

De bomen ruisten in de wind. In de verte klonk verkeer, een motor, een vrachtwagen, auto’s.

Af en toe kwam er een hardloper langs, meestal een jonge vrouw, soms een man. Die hardlopers waren bezig met shirtjes glad trekken en om zich heen kijken, dat verbaasde me. Meestal kijken hardlopers recht voor zich uit en zijn ze nergens anders mee bezig dan met lopen, met cadans. En dat is iets waar je op een gegeven moment ook niet meer mee bezig hoeft te zijn, die is er gewoon, cadans. Dan kunnen er mooie dingen ontstaan, nieuwe ideeën, maar dat gebeurt vanbinnen, niet buiten je.

Ik hoorde hoge gilletjes, de kinderen gingen verderop met de kabelbaan. Vlak langs de baan lag een grote plas water van de regen. Ze zaten met z’n tweeën op de ronde schijf, samen waren ze zo zwaar dat ze over de grond sleepten, en door het water.

Ik keek twee meiden na die net daarvoor nog door het gras tijgerden, zo zag het er van een afstand uit, of misschien waren ze aan het opdrukken. Ze liepen langs de vijver het bos in. Even was het doodstil. Geen ruisende bomen, zelfs geen auto’s in de verte. De stoplichten stonden zeker op rood. Toen begonnen de bomen weer te ruisen, de auto’s weer te rijden, de kinderen weer te gillen.

Voor mijn voeten liepen mieren over de grond. Mieren maken geen geluid. Ik ging op het bankje liggen met mijn ogen dicht.

Mijn kinderen beslopen me van achteren. Ik hoorde een takje breken in de bosjes, opende mijn ogen en toen hingen ze boven me en riepen Boe! Ik schrok toch.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over wat zich voortbeweegt zonder (hoorbaar) geluid.
Schrijf over wat geluid maakt door iets anders.
Schrijf over bewegingen die iemand maakt.


Vogels in de tuin  (29 juni 2014)

Van de week had de kat van de buren een musje te pakken. We zagen het toen we het gangetje achter de poort in liepen, T. was met de fiets. Ik joeg de kat weg en het musje vloog laag over de grond naar ons toe en ging op T.’s schoen zitten. Daarna vloog hij door de poort de tuin in. Ik kon hem niet meer vinden, hij zal wel meteen verder gevlogen zijn over de schuttingen, misschien wel het dak op.

Later die dag stierf het van de mussen op de daken in de buurt. Ze maakten veel kabaal. Volgens mij waren ze verontwaardigd tekeer aan het gaan over de kat, er zaten ook mussen in de boom van de buurvrouw.

Er zitten hier veel vogels in de tuin. Ik zag een keer in een winter met veel sneeuw een pimpelmeesje, het zag er fantastisch uit, op een betonnen staander van de schutting landde dat meesje en hij bewoog daar heel druk op dat kleine vierkante plateautje, waardoor de sneeuw die erop lag om hem heen spetterde en stoof – zou hij daar nou lol in gehad hebben, om sneeuw om zich heen te gooien?


Vogels langs het water   (22 april 2014)

We fietsten van Den Haag naar Leiden langs de Vliet. Het water stond hoog tegen de boord, kabbelde rustig, maar als er een boot langs voer klotsten de aanrollende golven harder tegen de oever. Een meerkoet stond op de rand in het gras met zijn grote lobbige poten, hij keek naar het water en wachtte tot de boot voorbij was.

Aan de andere kant van de dijk zag ik een fazant, een mannetje, en kilometers verder een mannetje en een vrouwtje. In de weilanden foerageerden nijlganzen, er liep een kievit tussendoor en in de bocht van een sloot zat een grote blauwe reiger.

Op de terugweg zat de reiger er nog. Er vloog een kievit heel mooi door de lucht, hij buitelde. Nijlganzen waren nu overal, ook langs de oever van de Vliet waar de meerkoeten in dobberden. De fazanten zaten op ongeveer dezelfde plekken als eerst. Een vader met zijn dochter was van de fiets gestapt om er een foto van te maken. Ik had mijn camera ook bij me, maar haalde hem de hele tocht niet uit de tas. Zelfs niet voor de ooievaar op het nest op de hoge paal die midden in een weiland stond. Ik herinnerde me dat toen ik twaalf was, in een programma van school-tv verteld werd dat er nog maar tien ooievaarsparen in heel Nederland waren. Dat vertelde ik T. terwijl we naar huis fietsten.


Horen, zien en sms’en   (7 april 2014)

Er zaten twee vrouwen uit Noord-Holland in de trein, ze reisden naar het zuiden. Een van de twee vertelde dat ze naar iemand had gebeld die de telefoon opnam in Rome. Ze was tijdens dat gesprek iets vergeten te vragen.
‘Dan bellen we toch nog even’, zei de andere vrouw.
‘Dan moeten we helemaal naar Rome bellen!’, reageerde de eerste verontwaardigd.
De ander praatte verder over de tussenstops tijdens de reis, de wachttijden en of ze tijd hadden om ergens koffie te halen. Haar reisgenote zei dat ze aan een kant bijna niks hoorde, en dat ze vanochtend met de wekker moest opstaan. Toen ze wakker werd hoorde ze een heel zachte piep, ze dacht: wat hoor ik nou, want ze sliep altijd op haar goede oor.

De trein reed over het Hollandsch Diep en aan de overkant stond een fazant tegen de helling van de dijk. Hij strekte zijn hals, hij hoorde iets. De trein reed door, aan de andere kant van de dijk liepen een man en een vrouw over een pad omhoog. Ze waren vlakbij elkaar, de mensen en de fazant, maar ze zagen elkaar niet.
Ik sms’te T. dat ik een boek had laten liggen, op het stapeltje op het bijzettafeltje naast de bank.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over iets wat je wel hoort, maar niet ziet.
Schrijf over iets wat je wel ziet, maar niet hoort.
Schrijf over iets wat je niet ziet, maar wel in gedachten.


Naaktlopen met je hersenen   (23 februari 2014)

Gisteren overleed Leo Vroman. Hij werd 98 jaar.
‘Het schrijven van een gedicht is in feite naaktlopen met je hersenen’ zei Leo Vroman.

Die uitspraak inspireerde Martin, een vijfdejaars leerling van de Leo Vroman Scholengemeenschap in Gouda, tot het maken van een computeranimatie. Hij legt uitgebreid en helder uit hoe hij tot het maken van die animatie is gekomen. Hij schrijft onder andere:
‘Ik vat het naaktlopen met je hersenen op als in je hersenen alle vooroordelen uitschakelen, je creativiteit inschakelen en alles van alle kanten bekijken om tot een mooi gedicht te komen.’

Creativiteit en een onderzoekende houding werken samen om tot een gedicht te komen. Kunst en wetenschap. Een definitie van Leo Vroman.
En liefde moet er nog bij. Kunst, wetenschap en liefde.


Is het herfst?   (1 november 2013)

Kou en vocht dat in mijn botten kruipt, ’t is vroeg donker, gekleurde bladeren aan de bomen, mooie rode bladeren van de fluweelboom die met zijn takken over de schutting in onze tuin hangt, en de bladeren, de takken, de bollen van de platanen op het pleintje voor ons huis – en even later bijna kale bomen, een herfststorm, en de bladeren op de grond in de keuken en de gang, ze waaien bij de voor- en achterdeur naar binnen, en in de straten staan bladkorven, en in de Loonse en Drunense Duinen groeien heel grote paddenstoelen, daar bouwen we een hut maar de takken zijn zo verrot en schimmelig dat ze soms al doormidden breken als je ze van de grond opraapt, en beukennootjes uit het Haagse Bos, in een kommetje, op tafel.

Volgens mij is het herfst.


Wat je niet weet   (27 september 2013)

Drie dingen van vandaag:

Alle planten die langs de spoorlijn staan en die onkruid zijn, waarvan ik de naam niet weet.

Een dikke Duitser in spijkerbroek en camouflagejas met Duitse vlag erop die naast me komt zitten in de trein, hij lijkt op de vader van Pippi Langkous, hij haalt een voucher tevoorschijn waarop ik Düsseldorf lees en hij mompelt wat met een diepe bromstem, maar ik weet niet wat hij zegt.

Een straat die opeens ophoudt, alsof de rest van de straat er is afgezaagd, en waar langs de laatste huizen een groot hek staat dat het braakliggende terrein ernaast afsluit voor iedereen, wat jammer is voor kinderen die daar lekker zouden willen rondstruinen, al weet ik niet of er kinderen in die straat wonen. Ik weet niet eens of kinderen tegenwoordig nog wel rondstruinen.


Appelmoes met treurmuziek   (13 september 2013)

Mijn zoon zoekt ‘appelmoes’ in het Nederlands-Engels woordenboek, want ik kan er niet opkomen. (Applesauce.) De zon valt laag binnen. Strijklicht in de boekenkast. Een groen schriftje van mijn vader ligt bovenop de woordenboeken. Muziek, staat er met rode pen op, en daaronder in blauw: Ver. De Grens.

Mijn vader had allerlei systemen om dingen die hem interesseerden te categoriseren. In het schrift staan, op alfabetische volgorde, namen van componisten met bijbehorende jaartallen van geboorte en dood, ook  in rood geschreven. Daaronder allerlei symfonieën, rapsodieën, orgelkoralen en vioolconcerten in blauw. De meeste stukken hebben in de kantlijn met potlood een vinkje gekregen. Maar niet allemaal. En sommige hebben dan nog iets extra’s: een, twee of drie bolletjes. ‘Met stip’, de favorieten, dat denk ik dat het betekende. Bach en Beethoven kregen behoorlijk wat stippen voor verschillende werken, maar Mozart heeft het vaakst drie stippen gekregen.

Omdat mijn vader zo van Mozart hield, lieten we die ook horen bij zijn crematie. Ik weet niet meer wat we toen draaiden, het is al ruim eenentwintig jaar geleden. Maar in het schriftje heb ik zojuist de Maurerische Trauermusik ontdekt, die is ook erg mooi.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over je zoon.
Schrijf over je vader.
Schrijf over wat er samenkomt in je boekenkast.


Eng   (6 september 2013)

Achteraf weet ik niet meer of ik de deksel van het konijnenhok al had opgetild toen ik dichtbij een plof hoorde.

Dat moet haast wel. Het kan niet zo zijn dat het gebeurde, en dat ik daarna pas de deksel opendeed. Ik weet wel nog dat ik dacht: vast een kat. Het was een behoorlijk harde plof. Dus ik zat gehurkt bij het konijn terwijl ik de deksel met een hand omhoog hield, en ik keek omhoog naar de schutting en naar het dak van de aanbouw, of ik daar een kat zag, maar ik zag niks.

Een enorm gegons van vliegen drong steeds meer tot me door. Ik dacht: zo vies is het hok toch niet, dat er zo veel vliegen op afkomen? Ik kwam overeind en liet de deksel weer zakken, en toen zag ik het beest. Op de deksel. Ik deinsde automatisch een stap achteruit. Het was eenzelfde sensatie als wanneer je naar een horrorfilm kijkt.

De dode, aangevreten duif heb ik opgeruimd. Ondertussen dacht ik na over dood, dode dieren. Die zie je wel vaker. Maar als ze opeens half aangevreten voor je neus neerploffen wordt het eng.

Ik moest denken aan snerpende violen, en daar dacht ik toevallig de dag ervoor ook al aan. Over de verschillen tussen films en romans. Dat je in romans de gedachten, gevoelens en fysieke gewaarwordingen van personages kunt meebeleven. In de film is dat lastiger, daar zit je meestal niet ín het hoofd van iemand. Maar bij een film kan de maker een andere trukendoos opentrekken, zoals de violen. Dan ervaar je als kijker ook dat het heel eng is. En het mooie van een boek is dan weer dat als je het leest, je het verhaal vaak als een film voor je ziet.

Ik dacht door de dode duif ook aan Lord of the Flies, van William Golding. Dat boek las ik op de middelbare school. Het is geschreven in 1954. Nog zoiets; als het een film uit die tijd was, zou ik waarschijnlijk denken: je kunt wel zien dat het een film uit de jaren ’50 is. Beelden veranderen veel sneller, ze verouderen. Bij woorden gebeurt dat veel minder snel.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over iets engs.
Schrijf over een boek dat je gelezen hebt.
Schrijf over de trukendoos die jij tot je beschikking hebt.


Niks missen   (20 augustus 2013)

– Dat is toch ideaal hè, met de trein. Je bent er zo.
– Zeker, ik ga ook wel eens met de trein. Geen parkeerkosten, net zo makkelijk.
– Ja, ik ben laatst ook nog naar de stad geweest, naar de markt. Vind ik gezellig. Eerst over die markt en dan op een terrasje zitten, kopje koffie erbij, naar de mensen kijken. Ik geniet daar echt van.
– En gaat je vrouw dan niet mee?
– Nee, die gaat niet mee, die geeft daar niks om. Ik wel, ik vind dat leuk, zo’n dagje uit. Dat doe ik wel vaker, naar een stad of zo. En ook naar de caravan. Maar dan gaat ze ook niet mee hoor. Ze geeft er allemaal niks om.
– Da’s voor jou ook niet gezellig.
– Nee, maar ja, wat doe ik eraan? Ik hou mezelf wel bezig hoor, ik ga gewoon naar de caravan. Ik geniet daar echt van. Maar zij niet.
– Ja maar, gaat zij dan helemaal niet mee? Dat kan toch niet? Zo hoort het niet als je getrouwd bent. Zij geeft nergens iets om, niet om naar de stad gaan, niet om de caravan…
– Nee, zij geeft er niks om. Ze zet om twaalf uur de tv aan. Eerst gaat ze dan kijken wat ze opgenomen heeft, want ze wil niks missen. En daarna gaat ze weer verder met die soaps en zo. Zij geeft niks om buiten zijn, dus de caravan, daar gaat ze niet mee naartoe.
– Maar jij bent er toch wel vaak, bij de caravan?
– Ja ik wel, ik ben er iedere vrijdag, zaterdag en zondag. De hele dag. Dan ga ik ’s morgens om een uur of tien erheen, en ‘s middags om een uur of vier, vijf ga ik weer naar huis. Ik vind het leuk, ik doe van alles, ik heb er ook een tuintje gemaakt en hou de boel bij, weet je wel. Ik geniet daarvan.
– En zit ze dan de hele dag voor de tv?
– De hele dag zit ze daar, op de bank, ja.
– Tjonge jonge… Borreltje erbij, zeker?
– Ze kijkt heel veel tv. Wil niks missen, zegt ze. Dus ja…

Schrijfkickstarters:
Schrijf over een televisieprogramma dat je niet wilt missen.
Schrijf over de dingen die je niet wilt missen.
Schrijf over genieten.


Ik wil gewoon jouw held zijn   (6 juni 2013)

Da’s gek hè. Voor de eerste keer dat jij je vader emotioneel meemaakt. Je hebt mij nooit eerder horen janken. Nooit vergeten hè… Nee nee, da’s gewoon emotioneel, dat moet je waarderen. Dat besef je later pas. God… je moet ’t zo zien: ik heb een dipje achter de rug, burn out, maar als ik er weer bovenop ben, dan ga ik weer als een speer jongen. Ik hou van jou hè. Ik ben heel trots op jou. Wel leuk om te weten dat je vader van je houdt. Niet vergeten hè. Weet je, ik heb maar heel weinig vrienden in mijn leven, en daar ben jij er een van. Jij en je broer, jullie zijn mijn vrienden. Da’s geen armoe, da’s rijkdom. Ik ben je vader hè. Mijn vader is een jaar geleden overleden. Mijn vader was mijn held. Ik wil gewoon jouw held zijn.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over armoe.
Schrijf over rijkdom.
Schrijf over helden.


Het was wel lui en fijn om dagen niets te doen   (21 mei 2013)

We waren in Amerika, het was juli, en we deden dagen niets. Ik hing wat rond in de tuin bij het huis van Ted, zat er in de zon aan een verweerde picknicktafel te lezen, liep langs de golvende zoom van het grasveld waarlangs frambozenstruiken met kleine stekeltjes stonden. Tussen en achter die struiken kon van alles zitten, wild, zelfs herten liepen er wel eens door Teds tuin. Op het grasveld stond een kooi om eekhoorns mee te vangen, die kwam uit de tuin van zijn moeder, daar stonden er wel meer. Gladys had de pest aan eekhoorns.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over niets doen.
Schrijf over een ander land.
Schrijf de eerste zin op die je ziet als je een roman openslaat; dat is je beginzin.

“Het was wel lui en fijn om dagen niets te doen.”
Uit: De lotgevallen van Huckleberry Finn, Mark Twain


Van alles en nix   (16 maart 2013)

Aan de vooravond van mijn pubertijd werd de x spannend: van Nix voor jou en De laatste x. Doe Maar bleek zijn tijd ver vooruit met de in chat- en sms-taal geschreven titels van liedjes en platen. 4us: ik had het te pakken. Jan Hendriks, gitarist van Doe Maar en toch zonder x, woonde een dorp verder. Ik stond een keer bij een tweedehandsplatenbeurs de lp Doris Day en andere stukken uit een bak te vissen, toen hij opeens in de bak naast me stond te snuffelen. Ik schrok er zo van dat ik niet durfde te vragen of hij er een handtekening op wilde zetten. Ik heb wel een handtekening van Henny Vrienten op een briefje. LIEVE GROETJES, HENNY staat er. In kapitalen en toch aan elkaar geschreven, zo deed Henny dat. En XXX eronder, ook aan elkaar, als een lange smakkerd. Ik heb er destijds een goede vriend voor betááld, voor dat briefje.

Wat later op de middelbare school wist ik niet hoe snel ik er vanaf moest komen, van die x’en. De x-as in grafieken, de x in wiskundige formules; ik voelde me totaal niet geroepen om die onbekende beter te leren kennen. De x van de taal begreep ik, maar dit werd me te abstract. De weerstand tegen de x is overigens wijdverbreid. Als bouwsteen voor woorden wordt hij, ondanks zijn bijzondere dubbele klank, weinig gewaardeerd. De x zit in het verdomhoekje. Alles wordt eraan gedaan om ons van jong tot oud een confrontatie met die dekselse x te besparen. Het uitbannen van de x strekt zich uit tot het pimpampetten. De x doet bij pim pam pet domweg niet mee. Bij scrabble is het al niet veel beter: er zit er maar één in het spel, en die is acht punten waard; opgescheept zitten met de x vraagt immers om een fikse compensatie. Veel verder dan je ex kom je er niet mee. Zelfs seks mag van het Groene Boekje niet met een x, behalve dan safe sex, dat mag wel.


Toyotootje (2)   (19 januari 2013)

Ik zit met een beker zwarte automatenkoffie aan een tafel, in de receptie van een garage. Een man met een geel veiligheidsvest wacht ook, er is iets met zijn lichten.

Mijn auto staat op de brug, maar de brug is nog niet omhoog. Ze gaan de wielen uitlijnen. De man met het veiligheidsvest begint achter me te mopperen. Zijn koffie ligt in een grote plas op de vloer. Hij vraagt om towels, en die worden voor hem gehaald. Ze zijn heel sympathiek, de mannen die hier werken.

Ik kijk door het raam de werkplaats in. Mijn auto staat nu hoog op de brug, met een soort grote klemmen op de wielen, alsof hij bij de tandarts in de stoel ligt, of op een operatietafel. Ik heb ook met klemmen op een operatietafel gelegen, tien jaar geleden.

De remlichten van mijn autootje branden en het water druipt van de onderkant, we zijn door de regen hiernaartoe gereden. Ik hoor Bruce Springsteen, The River, uit de radio in de werkplaats.Sodeju, wat een goed begin van de dag: zwarte koffie en mannen die aan mijn auto sleutelen en Bruce, in een garage.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over auto’s.
Schrijf over (laten) sleutelen.
Schrijf over de muziek die je hele leven meegaat.


In de wachtkamer (16 januari 2013)

Komt een vrouw bij de dokter, met in haar kielzog een man met een baby in een maxi-cosi. De man houdt – tegelijk behendig en onhandig – de deur naar de wachtkamer met een voet open en draait een rondje terwijl hij binnenkomt. De baby zet hij met babyautostoel en al op tafel voor de moeder, die inmiddels zit. Ze kijkt erg opgewekt naar de baby, praat tegen het kind en uit de bekende geluidjes en onzinwoordjes die mensen tegen baby’s zeggen.

Ze praat niet zacht. Tegen de vader praat ze nog wat harder, best hard voor in een wachtkamer bij de dokter. Toch verstaat hij haar niet altijd, dan zegt ze het nog een keer. Ze vindt het normaal om zo hard tegen hem te praten, en ook dat hij het dan soms nog niet verstaat. Als hij met zijn rug naar haar toe staat voor een rek met folders raakt ze zijn been aan als ze wat wil zeggen. Hij is heel slechthorend.

De baby spuugt blijkbaar een beetje, want er moet een doekje uit de tas komen. Dat duurt even. De jonge vader gaat met zijn arm bovenlangs, om de draagarm van het stoeltje heen. Het ziet er een beetje klunzig uit. Hij kijkt wel echt blij naar het kind. De vrouw zucht heel overdreven, lang en best hard voor een zucht.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over behendigheid.
Schrijf over onhandigheid.
Schrijf over wachten.


Toyotootje (1) (19 augustus 2012)

Mijn auto was gestolen. Het betreft een populair model van een populair merk, en dan ook nog eens van een populair bouwjaar, heb ik inmiddels begrepen. Gelukkig vond de scheepvaartpolitie hem terug op de kade van een haven in Antwerpen, klaar om verscheept te worden naar een land nog veel verder weg denk ik. (Aanwijzingen in het Arabisch, dwars over de voorruit, bij wijze van pakbon). Ik heb hem daar opgehaald en er meteen een goed slot op laten zetten.

Deze week reed ik samen met mijn dochter in dat autootje naar Breda. We gingen een bureau voor haar kopen. Leuk, zo’n grote dochter voorin naast me. Op het parkeerdek van IKEA tilden we samen het pakket van 30 kilo in de auto. En thuis tilden we het weer eruit en legden het binnen, op de huiskamervloer.

Morgen gaan we het bureau op haar kamer in elkaar zetten. Ze gaat naar de middelbare.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over de eerste stap(jes).
Schrijf over wat je gestolen kan worden.
Schrijf over iets dat je hebt teruggevonden.


Auteursbuurt (26 juni 2012)

Ik zat boven in mijn werkkamer en hoorde ver weg een trein rijden. Een schaduw schoof over de huizen, een groot pak wolken dreef over en de bladeren van de eiken in het hofje ruisten. Vogels kwetterden, een merel floot zingend. Dichterbij schetterde een ekster.

Ergens in de buurt klonk het bonkende geluid van containers die geleegd werden in de vuilniswagen. Buiten sloeg iemand een deksel dicht. De buurman. Zijn stem.

Daar was de vuilniswagen, met muziek uit de speakers en piepende armen die de containers ophieven. En de stem van mijn zoon, beneden in de gang, die zijn verhalen door alles heen vertelde, wilde vertellen, iedere spontane inval.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over machines.
Schrijf over wat je nu hoort of ooit hoorde.
Schrijf iedere spontane inval op, door alles heen.


Alleen erwtjes (20 juni 2012)

Moe: Zullen we in bij het volgende station uitstappen en dan de metro nemen?
Meis: Nee, dan duurt het nóg langer voor we thuis zijn.
Moe: Maar anders moeten we ook nog met de bus.
Meis: Ik wil de snelste weg naar huis.
Moe: Ik weet ook niet precies hoe laat de bus gaat…
Meis: Ik zeg niks, beslis jij maar. Anders breng ik je alleen maar meer in de war.
Moe: Ik vraag me af of we wel in de goede trein zitten. Het ziet er zo onbekend uit, heel anders dan vanmorgen.
Meis: Als jij héél veel land had, hè mama, wat zou je er dan op zetten?
Moe: Erwtjes.
Meis: Alleen erwtjes?
Moe: Alleen erwtjes.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over twijfel.
Schrijf over de juiste weg kiezen.
Schrijf over zekerheid (of over je favoriete groente).


Stilstaan (4 mei 2012)

De trein van Tilburg naar Den Haag gaat over het Hollandsch Diep. Aan de overkant tel ik acht, negen, tien bunkers in het land langs de dijk. Het is vijf voor acht. Even later staan we twee minuten stil. In de coupé gaan de gesprekken door. Buiten staan de mensen niet stil. Ik zie op het perron blikken, gebaren, waarom vertrekt die trein niet? Ze staan er niet bij stil. De doden en de trein, ze zijn losgekoppeld.

Schrijfkickstarters:
Schrijf aan een stuk door, begin met Denkend aan Holland
Schrijf over stilstaan.
Sta stil.


Luchtwortels   (27 maart 2012)

Heel, daar was het. Ik was acht, negen jaar, en zou daar iedere boomwortel nog kunnen aanwijzen, iedere flauwe bocht in het brede pad dwars door het bos, de smalle kronkelpaadjes. Een grote voederbietenberg op een kale akker, een weitje met twee pony’s, middenin het bos. De gevaarlijkste heuvels om in de winter tussen de bomen door slingerend vanaf te sleeën. De beste klimbomen en plekken om een hut te bouwen. De wal waarin een vossenhol gegraven was tussen de wortels van een eik. En een eind verderop, aan de achterkant van de wal, een oud konijnenhol waar iemand vieze boekjes in verstopt had.

Alleen van het bos in Heel weet ik dat allemaal nog. Achter dat bos ligt nu water. Heel veel water. Een waterrecreatiegebied. Dat was er toen nog niet.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over wortels.
Schrijf over verstopplekken.
Schrijf over de beste tijd van je leven.


Brand (20 maart 2012)

Er liep een kat in mijn achtertuin, misschien van de buurvrouw. Hij zag er wel mooi uit, goed verzorgd. Ik heb hem toch maar weggejaagd, straks hangt ‘ie hier de hele tijd rond, gaat ‘ie tussen mijn planten poepen en plassen, daar heb ik geen zin in.

Zíj ging laatst vanachter de schutting tekeer tegen de kinderen, omdat ze in het brandgangetje aan het voetballen waren. Ze bonkte er flink bij tegen de poort. Ik zette een stoel bij de schutting en ging erop staan. Over de schutting heen sprak ik haar aan, maar ik kon haar niet zien. Verscholen achter de aanbouw zei ze dat het verboden is om te voetballen in een brandgang omdat die vrij moet zijn bij brand. Ik vroeg waar het brandde.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over iets waar je pissig over bent.
Schrijf over vechten of vluchten.
Schrijf over brandjes blussen.


Zaaien (15 maart 2012)

Nog geen drie weken geleden zaaiden we basilicum, bieslook, paprika en peterselie, en ook olijvenpitten uit een zakje. Terwijl twee paar kinderhanden het fijnere zaad zo goed mogelijk verspreidden over de vochtige potgrond, maakte ik kleine kuiltjes voor de olijvenpitten. Toen ik mijn zoon liet zien hoe hij ze in de kuiltjes kon leggen, twijfelde ik: hebben ze een boven- en een onderkant, zoals bloembollen? Die moet je ook niet ondersteboven in de grond stoppen.

Nu is het al tijd om de kruidenplantjes te verspenen, ze verdringen elkaar. Alleen in de potjes met olijvenpitten gebeurt nog niks. Dat komt vast doordat zo’n harde pit veel tijd nodig heeft om open te breken, voor een teer bleek kiempje haar weg naar het licht kan zoeken.

Hoop ik.

Schrijfkickstarters:
Schrijf over een nieuw begin.
Schrijf over zaaien en oogsten.
Schrijf over iets waar je ondersteboven van bent.

%d bloggers liken dit: